Benno Premsela werd geboren in Amsterdam op 4 mei 1930 en overleed 23 maart 1997. Hij was een Nederlands vormgever en binnenhuisarchitect. Bovendien was hij een centraal figuur in de naoorlogse Nederlandse kunstwereld en voorvechter van homo-emancipatie. Benno Premsela was de zoon van de bekende joodse huisarts en seksuoloog Bernard Premsela, die ook over seksualiteit publiceerde. Benno Premsela studeerde voor en na de Tweede Wereldoorlog interieurvormgeving aan de “Nieuwe Kunstschool”. Tijdens de oorlog zag hij zich gedwongen zijn opleiding te onderbreken en onder te duiken. Zijn ouders en zuster zijn in het vernietigingskamp Auschwitz vermoord. Zijn broer overleefde de oorlog.
In zijn minimalistische werk zijn schoonheid en functionaliteit nauw verwant. Onder zijn leiding als chef van de etalage- en binnenhuisafdeling van de Bijenkorf in Amsterdam kwamen spectaculaire etalages tot stand. Samen met binnenhuisarchitect Jan Vonk richtte hij het Bureau Premsela Vonk op. Zij werkten als vormgever voor vele bedrijven en particulieren. Eind jaren zestig ontwikkelde Premsela met een team van Van Besouw tapijtfabrieken een innoverende collectie katoenen tapijt. Zijn sobere Lotek-lamp onworpen in 1982) werd een stijlicoon.
Benno Premsela was een van de eerste Nederlanders die in het openbaar voor zijn homoseksualiteit uitkwam. Hij deed dit in 1964 voor de VARA-radio. Al vanaf 1947 zette hij zich in voor de gelijkberechtiging van homoseksuelen. Hij was betrokken bij de ‘Shakespeare Club’, waaruit in 1949 het COC, de belangenvereniging voor homoseksuelen, voortkwam. Van 1962 tot 1971 was hij voorzitter. In 1995 ontving hij de Zilveren Anjer van het Prins Bernhard Fonds voor zijn bestuurlijke inzet voor de kunst en de emancipatie van homoseksuelen.