In de online wereld worden levertijden nog al eens ietwat optimistisch weergegeven. Daar doen wij niet aan mee.

Als een product op voorraad is, kan het 1-4 dagen duren voordat het bij u wordt afgeleverd. De producten die niet op voorraad zijn worden speciaal voor u op bestelling gemaakt, U ontvangt een nagelnieuw product.

De aangegeven levertijd hiervoor is in nauw overleg met de fabrikant tot stand gekomen.

Polygon clock van Vitra

575,00

De Polygon clock van Vitra werd in 1950 ontworpen door George Nelson. Met deze bijzonder decoratieve Polygon klok haalt u een echte designklassieker in huis!

 

Levertijd: 3 - 6 weken

  • Polygon clock Vitra
  • Filmpje!
  • Over de ontwerper

De Polygon clock is onderdeel van de Vitra klokken collectie. Het merendeel van deze collectie werd in het begin van de jaren ’50 ontworpen door de studio van George Nelson. Alle ontwerpen belichamen het positieve gevoel van deze tijd. Alles leek mogelijk in deze periode van economische vooruitgang en het Amerikaans modernisme maakte een bloeiperiode door.

De klokken collectie van George Nelson sloten hier prachtig op aan en hebben vaak een vrolijke, sympathieke uitstraling. Dit geldt ook voor de  buitengewoon grafische Polygon clock. De Polygon clock is een typisch vijftiger jaren ontwerpen is gemaakt van massief notenhout. De diameter van de imposante Polygon clock is 43 centimeter. De wandklok draait op een hoogwaardig kwartsuurwerk, gevoed door een 1.5 volt batterij (inbegrepen).

De inmiddels iconische wandklokken worden vaak toegeschreven aan George Nelson. De meeste ontwerpen kwamen echter van de tekentafel van Irving Harper, één van de medewerkers van George Nelson. Harper ontwierp één keer per jaar een collectie van 6-8 wandklokken. Een selectie hiervan wordt in licentie geproduceerd door het Zwitserse Vitra.

Tegenwoordig wordt de studio van designer George Nelson als één van de grondleggers van het Amerikaanse modernisme en één van de invloedrijkste Amerikaanse meubelontwerper van de jaren vijftig. Nelson was actief als ontwerper, graficus, architect, organisator van tentoonstellingen, designmanager en promotor van het design. Als designcriticus en theoreticus is hij ook de auteur van een aantal boeken ‘Tomorrow’s House’ (1947), ‘Problems of Design’ (1957), ‘How to see’ (1977), ‘On Design’ (1979), en een bijzonder rijk journalistiek oeuvre dat de internationale benadering van het design en de architectuur decennia lang heeft beïnvloed.

De Amerikaanse vormgever, architect, journalist en criticus George Nelson werd geboren in 29 mei 1908 in Hartford, Connecticut. Hij is overleden in New York in 1986.
Designer George Nelson was een van de grondleggers van het Amerikaanse modernisme en één van de invloedrijkste Amerikaanse meubelontwerper van de jaren vijftig. Nelson was actief als ontwerper, graficus, architect, organisator van tentoonstellingen, designmanager en promotor van het design. Als designcriticus en theoreticus is hij ook de auteur van een aantal boeken ‘Tomorrow’s House’ (1947), ‘Problems of Design’ (1957), ‘How to see’ (1977), ‘On Design’ (1979), en een bijzonder rijk journalistiek oeuvre dat de internationale benadering van het design en de architectuur decennia lang heeft beïnvloed.

George Nelson kreeg belangstelling in architectuur aan de universiteit van Yale, waar hij afstudeerde in 1930 en in 1931 een kandidaats in de Schone Kunsten haalde. Daarna ging Nelson een jaar lang naar de Catholic University in Washington. In 1932 won hij de Prix de Rome, waarop hij van 1932-34 aan de American Academy in de Italiaanse hoofdstad Rome doorbracht. Terwijl Nelson in Rome zat reisde hij door Europa en ontmoette verscheidene Europese modernisten. Een paar jaar later keerde hij terug naar de Verenigde Staten om zich aan het schrijven te wijden. Van 1935 tot 1944 was hij eerst redacteur en later hoofdredacteur van het tijdschrift ‘Architectural Forum’ uitgegeven door het nieuwsweekblad Time. Ook leverde hij bijdragen aan ‘Fortune’ en schreef hij artikelen over beroemde architecten voor het blad ‘Pencil Points’, dat het Modernisme bepleitte, waarmee hij Walter Gropius, Mies van der Rohe, Le Corbusier en Gio Ponti in Noord-Amerika introduceerde. Ook Nelson was een groot pleitbezorger van het Modernisme en irriteerde vele van zijn collega’s, die als industrieel vormgevers, volgens Nelson teveel concessies deden aan de commercie.

Van 1936 tot 1941 had hij samen met William Hamby een architectenbureau in New York. Nelson leidt tevens zijn eigen agentschap dat zich decennia lang bezighoudt met de meest uiteenlopende creaties: grafisch werk, architectuur en de organisatie van tentoonstellingen. In 1938 publiceerde hij een eerste boek.

Nelson sloot zich aan bij de architectuurfaculteit van de universiteit van Yale en ontwikkelde vele vernieuwende concepten op het gebied van architectuur en planning, waarmee hij tegen 1940 ruim aandacht had getrokken. Zo ontwierp hij in 1941 de “Pedestrian Mall” een verkeersvrij winkelcentrum in zijn Grass on Main Street voor platgebombeerde Europese steden.

In 1944 publiceert hij in ‘Architectural Forum’ een fundamenteel artikel over woningbouw en meubeldesign, waarmee hij de aandacht trekt van D.J. DePree, chef van de meubelfabrikant Herman Miller. Korte tijd later wordt George Nelson ontwerpdirecteur van Herman Miller. In deze functie, die hij tot 1972 bekleedt, groeit hij uit tot een sleutelfiguur op het gebied van Amerikaans design; hij haalt Charles en Ray Eames, Isamu Noguchi en Alexander Girard bij Herman Miller. in 1945 vroeg De Pree Nelson om Gilbert Rohde als designdirecteur van het bedrijf op te volgen, welke functie hij vervulde tot 1972.

In 1947 vestigde Nelson zijn eigen kantoor in New York, George Nelson & Co, dat in 1953, toen hij een partnerschap aan ging met Gordon Chadwick, werd omgedoopt tot George Nelson & Associates. Zijn bureau werkte voor en met de besten uit die tijd, waaronder Ettore Sottsass. Het bureau maakt enkele ontwerpen die worden gezien als iconen van de “Mid-Century-Modern”-stroming. Nelsons bureau richt zich tevens op architectuur en inrichting van tentoonstellingen.

In de jaren ’50 ontwikkelde George Nelson met zijn bureau in New York een serie individuele en expressieve zitmeubels, waarvan een aantal sinds lang tot de klassiekers wordt gerekend. Nog vóór de bekende Coconut Chair of Marshmallow Sofa ontwierp hij al in 1952 de aanvankelijk eenvoudig genoemde Laminated Chair, een stoel van gevormd triplex. Het waren, de even gedurfde als elegante gebogen rug- en armleuningen, die de stoel echter al spoedig de spotnaam Pretzel Chair bezorgden. Evenals de leuningen en hun dragers zijn ook de vier poten van de stoel, die elkaar onder de zitting kruisen, gemaakt van gelamineerd hout. Zij worden naar onder toe smaller en dragen zo bij aan het filigraan uiterlijk van de stoel. De Pretzel Chair is door ontoereikende productiemethoden na enkele jaren uit het programma gehaald, waardoor het nu een gewild verzamelobject is geworden.

George Nelson bracht verschillende meubels uit, waaronder een systeem van op planken steunende modulaire bergruimten (1945), een bureau (1946), een triplex tafeltje (1949), de Coconut stoel (1955), de sofa Marshmallow (1956), het opbergsysteem Comprehensive (1957), de Swaged-Leg-stoelen, -tafels en -bureaus (1958), de Catenary-stoel en -tafel (1962), de sofa Sling (1963) en het Action-Office systeem (1964-65). Als industrieel vormgever maakte hij het Prolon serviesgoed, voor Pro-Phy-Lac-Tic Brush (1952-55) en het Omni-systeem voor Dunlap, verscheidene klokken voor de Howard Miller Clock Company, de plastic Bubble-lampen etc. Nelson ontwierp zijn eigen klassiekers echter meestal niet zelf. De Marshmallow Sofa, de Starburst wandklok en het logo van Herman Miller werden oorspronkelijk getekend door Irving Harper, die in de studio van Nelson werkte tussen 1947 en 1963. De Coconut Chair werd ontworpen door George Mulhauser. Ook Robert Brownjohn, die de generiek van de film Goldfinger animeerde, werkte voor Nelson, net als Michael Graves en Ettore Sottsass, die een half jaar stage liep in NewYork.

Nelson werkte niet alleen voor Herman Miller, maar ook voor diens broer, eigenaar van de Howard Miller Clock Company (eind jaren ’40 en begin jaren ’50). Diverse wand- en tafelklokken werden in de Nelson studio ontworpen door Irving Harper. Harper ontwierp één à twee keer per jaar een reeks van acht klokken. Een selectie hiervan wordt uitgegeven door Vitra. De iconische Coconut Chair, alias kokosnootstoel, uit 1955, is sinds 1988 opnieuw in productie bij Vitra.

De Marshmallow Sofa uit 1956 was een assemblage van achttien felgekleurde kussens aan een stalen structuur. Die kussens moesten met de hand worden gemaakt, wat niet alleen duur was, maar ook vloekte met de essentie van industrieel design. Herman Miller maakte er destijds niet meer dan 200 exemplaren van.

Vitra produceert zijn werken sedert 1957: een dertigtal verschillende Nelson Clocks, Marshmallow Sofa, Day Bed, Home Desk, Tray Tables, Nelson Tables, Nelson Bench, Nelson Perch, Coconut Chair & Stool. Sinds 1984 beschikt Vitra over de exclusieve rechten voor alle producten van Nelson voor Europa en het Midden-Oosten. Bovendien wordt het privéarchief van George Nelson door het Vitra design Museum bewaard.

 

Openingstijden

Contact

  • Maandag
    Gesloten
  • Dinsdag
    09:30 - 17:30
  • Woensdag
    09:30 - 17:30
  • Donderdag
    09:30 - 17:30
  • Vrijdag
    09:30 - 17:30
  • Zaterdag
    09:30 - 17:00
  • Zondag
    12:00 - 17:00
    alleen eerste
    zondag van
    de maand